WILLEM V Batavus prins van Oranje, vorst van Nassau, vorst van Fulda en graaf van Corvey (1802)

WILLEM V Batavus prins van Oranje, vorst van Nassau,
vorst van Fulda en graaf van Corvey (1802)
zoon van * Willem IV en * Anna van Hannover
‘s-Gravenhage 8 maart 1748 – Brunswijk 9 april 1806
Trouwt Berlijn 4 oktober 1767 * Wilhelmina van Pruisen

Onder de prinsgezinden heerst uitbundige vreugde bij de geboorte van
deze stamhouder die tijdens het leven van zijn vader Graaf van Buren
wordt genoemd. Als 3-jarige volgt hij Willem IV op. Zijn moeder Anna
treedt op als gouvernante voor de politieke waardigheden; de militaire
functies worden waargenomen door Lodewijk Ernst van Brunswijk-
Wolfenbuttel, de `dikke hertog’, reeds in 1750 door Willem IV
aangewezen als militair raadsman. Na de dood van Anna in 1759
vervallen de stadhouderlijke functies aan de gewestelijke Staten en
wordt Brunswijk voogd van de prins. Zijn opleiding, gericht op zijn latere
functies, is breed en degelijk. De prins beschikt bij zijn ambtsaanvaarding
in 1766 dan ook over een zeer uitgebreide kennis en grote intellectuele
belangstelling, zodat men hoge verwachtingen van hem koestert. Weldra blijkt evenwel dat hij niet voor zijn taak berekend is. Hij mist
zelfvertrouwen, draalt en twijfelt, heeft een beperkte blik en zwakke wil.
Niet in staat bagatellen van belangrijke zaken te onderscheiden verliest
hij zich in details. De in het geheim vastgestelde Akte van
Consulentschap van 1766 komt neer op feitelijke voortzetting van
Brunswijks voogdij. Brunswijk behoudt aldus zijn greep op de prins en
heeft een toenemende politieke invloed. Willems aanhangers dringen
aan op de instelling van een stadhouderlijke raad waarin `zoowel de
binnen- als buitenlandsche aangelegenheden van de Republicq naar
behoren gepondereert, overlegt en gepreepareert zouden worden’.
Oranje weifelt, doch stuit dan op een veto van de almachtige Brunswijk. Tijdens de Amerikaanse Vrijheidsoorlog (1775-1783) en de Vierde
Engelse Zeeoorlog (1780-1784) komt de Engelsgezinde Willem in een moeilijke positie met als gevolg een uiterst venijnige en lasterlijke
pamflettenoorlog van de patriotten tegen het stadhouderlijk paar dat
van alle moeilijkheden inden lande de schuld krijgt. De spotprenten
zijn zo mogelijk nog boosaardiger. Willem V en zijn vrouw worden voorgesteld als onmensen, schurken, zelfs als zwijnen. Een voorbeeld:
`Ziet hier uw beeltenis antidotalen, die als de Rat, voor ’t aas, uw
dier’bre vrijheid spilt. Aan wiens rechtledig Hoofd twee ezelsooren
pralen naast een Oranje leuz’, bij ‘ t domme volk gewild.’ De bespotte
stadhouder is op intellectueel en cultureel gebied zeer ontwikkeld.
Hij wijdt zich gaarne aan de wetenschap, stimuleert het muziekleven
(heeft een eigen hoforkest) en is een verstandig collectioneur.
Naar de mode van zijn tijd heeft hij een rariteitenkabinet en een
menagerie (met olifanten, slangen en zelfs een orang-oetan) die tot
ver over de grenzen beroemd zijn. Zijn (thans nog bestaande)
schilderijengalerij stelt Willem open voor het publiek. In 1784 wordt
de Akte van Consulentschap bekend waarop Brunswijk alle ambten
moet neerleggen en het land verlaten. De onzelfstandige Willem V is
nu geheel stuurloos. De tegenstellingen in de Republiek verscherpen
zich en enkele bijzondere rechten worden de stadhouder ontnomen.
Wanneer het tot ongeregeldheden komt en Willem niet ingrijpt,
ontnemen de Staten van Holland hem het commando van het Haags
garnizoen (1785). Gebelgd vertrekt Willem met zijn gezin uit Holland.
Hij reist naar Breda, vervolgens maakt hij een rondreis door de
Republiek onder meer met het doel de populariteit van de Oranjes
te vergroten. De winter van 1785/1786 wordt doorgebracht op het
privé-bezit Het Loo; vanaf september 1786 verblijven de Oranjes op
het Valkhof te Nijmegen, eigendom van de Staten van Gelderland.
In de zomer van 1787 komt Willems zwager, de koning van Pruisen,
hem met een leger van 20.000 man te hulp en de stadhouder wordt in
zijn waardigheden hersteld. Zijn blijvende starheid en onvermogen tot
hervormingen maken zijn positie echter onhoudbaar. In 1793 verklaart
Frankrijk de Republiek de oorlog. Bij de komst twee jaar later van de
Franse troepen onder generaal Ch. Pichegru vlucht Willem V in een
schipperspink naar Engeland. Na enkele pogingen tot terugkeer
tekent hij in 1801 de verklaring van Oranienstein waarin hij
de Bataafse Republiek erkent. Als balling woont Oranje eerst in
Engeland (op paleis Hampton Court), later in zijn stamland Nassau
(op paleis Oranienstein) in verhoudingsgewijs eenvoudige
omstandigheden. De laatste stadhouder overlijdt te Brunswijk tijdens
een bezoek aan zijn dochter Louise. Hij wordt hier ook begraven.
Pas in 1958 wordt het stoffelijk overschot van Willem V overgebracht
naar Nederland en bijgezet in Delft.

LITERATUUR
– C. van der Aa: Geschiedenis van het leven, character en lotgevallen
van wijlen Willem den Vijfden,
5 dln. Amsterdam 1806-1809.
– L. Aardoom: `De militaire kaartenverzameling van stadhouder
Willem IV en v’, in: VONM (1991), p. 35-54.
– F. de Bas (ed.): Brieven van Prins Willem V aan Baron van Lijnden
van Blitterswijck. ‘s-Gravenhage 1893.
– N. Bootsma, ‘Das Ereignis von Goejanverwellesluis’, in:
Onder den Oranje boom, Textband p. 89-102.
– J.R. Bruijn: `Oranje in Engeland en de invasie van 1799′, in:
TVG, 79 (1966), p. 5-23.
– M.J.M. Dongelmans: De Oranjes en het Valkhof 1786-1787.
Nijmegen 1980.
– G.A. Evers: `De menagerie van prins Willem v op Het Loo’,
in: Gelre, 17 (1914), p. 201-213.
– C.W. Fock en B. Brenninkmeyer-de Rooy:
`De schilderijengalerij van Prins Willem v op het Buitenhof in
Den Haag’, in: Antiek (1976/1977), p. 113-160.
– J. Fox: `Willem v en Wilhelmina van Pruisens bezoek aan Amsterdam
in 1768′, in: VONM (1980), p. 49-84.
– A.J.C.M. Gabriëls, ‘Het hof van prins Willem V in 1768 – een
momentopname’, in: VONM (1995), p. 95-128.
– Het leven van Willem den Vijfden bijgenaamd de bederver van zijn
vaderland. Duinkerken 1791.
– Oranje in revolutie en restauratie, VONM (1996).
– F.F.J.M. Pieters: `Notes on the menagerie and zoological cabinet of
Stadholder William v of Holland,
directed by Aernout Vosmaer’, in: J. Soc. Bibphy.
Nat. History, 9 (1980), p. 539-563.
– W.G.F. Schenck: Wilhelm der Fünfte, Prinz von Oranien.
Stuttgart 1854.
– G.J. Schutte: Oranje in de achttiende eeuw. Amsterdam 1999.
mso-ansi-language:FR”>- M. de Smet: La musique à la cour de
Guillaume V, prince d’Orange 1748-1806. Utrecht 1973.
– A. Vosmaer: Natuurkundige beschryving eener uitmuntende
verzameling van zeldsaame gedierten. Amsterdam 1804.
– B. Woelderink, ‘Jacob Carel Reigersman, Thesaurier-Generaal
van Prins Willem V, 1761-1788′, in: VONM (1997),p. 149-161.
– H.A. van Wijnen: `Vorst Willem, het is alles Uw schuld.’ Oranje en de
ondergang van de Republiek bij de omwentelingen 1787-1795.
Amsterdam 1987.