2019 – lezingen

Daar U het eenigste overgebleven familielid van mijn Huis zijt..!

Bearn Bilker over Marie Vorstin van Wied, Prinses der Nederlanden (1841-1910)

De Nassaulezing van Stichting Nassau en Friesland op woensdag 13 november 2019, gaat dit keer over Marie, Vorstin van Wied, Prinses der Nederlanden. Zij leefde van 1841 tot 1910.  Ze was de kleindochter van Koning Willem I, dochter van Prins Frederik der Nederlanden en Prinses Louise van Pruisen. Daardoor was zij familie van veel bekende vorsten, zo was zij bijvoorbeeld de nicht van Tsaar Alexander II van Rusland, en Keizer Wilhelm I van Duitsland was haar oom. Ze stond op de kandidatenlijst van mogelijke huwelijkspartners van de Prins van Wales, de latere Edward VII. Ze werd zelfs genoemd als mogelijke Koningin der Nederlanden, maar dan als toekomstige bruid van kroonprins Willem (1840-1879).

Toch stond haar leven in de schaduw van al die bekende familieleden. Ze was bescheiden en huwde met een eenvoudige Duitse vorst, Wilhelm zu Wied. Er was best veel kritiek op dit huwelijk, het was ver beneden haar stand. Hoe heeft Prinses Marie geleefd, wat waren haar verdiensten? Heeft ze in Nederland een rol van betekenis gespeeld? Eén ding is zeker, iedereen die haar ontmoette was altijd onder de indruk van haar waardigheid. Aan het eind van haar leven was zij naast de jonge Koningin Wilhelmina de enige echt overgebleven Oranjeprinses. Marie leefde voor haar familie, voor haar gezin, voor haar drie zoons en twee dochters. De familie Wied was en is nog steeds een opmerkelijke vorstelijke familie met bijzonder creatieve familieleden, zoals Carmen Sylva, Marie’s schoonzuster.  

Bearn Bilker, kenner van Duitse vorstenhuizen en voorzitter van Stichting Nassau en Friesland,  staat stil bij het leven van Marie en bij de familie zu Wied.

 U bent welkom op woensdag 13  november 2019, 20 uur in Historisch Centrum Leeuwarden.

——————————————————————————————————————

Lezing Woensdag 13 maart 2019

Orangisten op drift. Orangisme in afwezigheid van Oranje-Nassau 1795-1813 door Laurien Hansma

Locatie: Historisch Centrum Leeuwarden  Aanvang: 20.00 uur

De geschiedenis van Nederland is onlosmakelijk verbonden met het Huis van Oranje-Nassau en het orangisme. Deze lezing gaat over de ontwikkeling van het orangisme in een periode waarin de familie van Oranje-Nassau zelf niet in Nederland aanwezig was. Na de Bataafse Omwenteling in 1795 had de familie het land verlaten, maar het orangisme was daarmee niet verdwenen. Aanhangers van Oranje-Nassau lieten van zich horen, soms met gevaar voor eigen leven. Ook gedurende de turbulente jaren die volgden op de Omwenteling, waarin achtereenvolgens een Staatsbewind, een raadpensionaris en een Franse koning aan het roer stonden, was er een orangistische onderstroom aanwezig. In de marge van de politiek dachten Oranjeaanhangers na over een staat waarin Oranje-Nassau nog altijd een rol speelde. Op 30 november 1813 zette, met de komst van Willem Frederik, voor het eerst sinds lange tijd weer een Oranje voet aan wal in Nederland. Niet lang daarna zou de prins worden uitgeroepen tot Soeverein Vorst van de Verenigde Nederlanden, waarmee de basis voor onze constitutionele monarchie was gelegd.

dr. Laurien Hansma

In deze lezing gaat dr. Hansma dieper in op het oranjevertoog dat zich in deze woelige periode in de Nederlandse geschiedenis ontwikkelde. Aan de hand van enkele prominente Oranjeaanhangers beantwoordt Hansma de vraag waarom zij in deze periode de familie van Oranje-Nassau bleven steunen en zal zij laten zien hoe het orangisme in de loop van de tijd langzaamaan een andere betekenis kreeg.

Laurien J. Hansma is historica. Haar onderzoek is gericht op orangisme en de politieke cultuur van Nederland rond 1800, tevens het onderwerp waarop zij in 2018 promoveerde aan de Rijksuniversiteit Groningen. Momenteel is zij coördinator van de Groninger Onderzoekschool Psychometrie en Sociometrie.