prinses ALBERTINA AGNES van Oranje

prinses ALBERTINA AGNES van Oranje, gravin van Nassau
dochter van * Frederik Hendrik en * Amalia van Solms
‘s-Gravenhage 9 april 1634 – Oranjewoud 24 mei 1696
Trouwt Kleef 2 mei 1652 * Willem Frederik van Nassau-Dietz

Bij de geboorte van deze vijfde dochter (er is slechts één zoon) verzucht Amalia tegen haar zuster: `wie wolle ich gheren einen sonen gehabet hat’. Toch heeft zij ook dit kindje `recht leibe’, waaraan zij gelukkig kan toevoegen dat `der Prince hat sie so leibe alles einen son’. De naar haar beide grootouders van Solms vernoemde Albertina Agnes groeit op in het Haagse Stadhouderlijk Kwartier waar de familie een grote staat voert. Vaak ook vertoeft zij in de schitterende buitenverblijven Honselaersdijk en Huis te Nieuwburg, later ook in het in 1645 in opdracht van haar moeder gebouwde lustslot in het Haagse Bos, Huis ten Bosch. Haar huwelijk met de Friese stadhouder vindt plaats te Kleef aan het hof van Johan * Maurits. Hierna verhuist zij naar Leeuwarden dat het middelpunt vormt van het bestuurlijke en politieke leven van Friesland. De stadhouder voert hier een bescheiden hofhouding. Over het huwelijksleven van Willem Frederik en Albertina Agnes is weinig bekend. Weduwe geworden in 1664 krijgt de prinses de voogdij over haar zoon * Hendrik Casimir II voor wie zij tot 1677 het stadhouderschap waarneemt. Tevens is zij namens hem regentes van het graafschap Dietz.

Hier poogt zij de door de Dertigjarige Oorlog verarmde bevolking te helpen. Zij stelt een districtsarts aan en laat een apotheek openen. Tegen de verruwing der zeden, ontstaan door vele jaren oorlogsgeweld, vaardigt zij strenge edicten uit. In Friesland is Hare Hoogheid zeer gezien. In de jaren 1672-1673 doet zij met Johan Maurits veel moeite om het noorden te verdedigen tegen de Munstersen. Voor dit doel verkoopt en verpandt zij zelfs haar kostbaarheden. Zij voedt haar zoon zeer streng op, wijst hem onophoudelijk op het grote voorbeeld van neef * Willem III. De prinses toont zich even bouwlustig en prachtlievend als haar moeder en haar zusters * Louise Henriette en * Henriette Catharina. Vanaf 1671 laat zij in Dietz ter vervanging van de oude middeleeuws burcht een nieuw slot bouwen dat ze Oranienstein noemt. In het begin verblijft zij er enige tijd met haar zoon, later echter bezoekt zij het opvallend weinig, mogelijk door politieke onrust zowel in de Nederlanden als in Dietz. Wel bezoekt ze het graafschap soms in combinatie met een verblijf in de kuuroorden Ems en Schwalbach. Ook in Friesland wenst Albertina Agnes over een voorname buitenplaats te beschikken. Daartoe heeft zij in 1676 voor 41.000 carolusguldens een landgoed gekocht in ’t Wold, dat de naam Oranjewoud krijgt. Het bestaande huis (gelegen ten zuidoosten van het huidige Heerenveen) laat zij verbouwen en uitbreiden; de muren worden gesierd door vele bijzondere schilderijen. De vestiging van het stadhouderlijk lustslot Oranjewoud heeft tot gevolg dat in de omgeving door voorname edelen eveneens buitens worden gesticht. Van haar moeder erft de prinses het vruchtgebruik van Huis ten Bosch dat zij aan Willem III overdraagt. In haar geliefde Oranjewoud (gesloopt 1803-1805) overlijdt Albertina Agnes in 1696.
Zij is de stammoeder van ons vorstenhuis.

LITERATUUR
– Katharina Bechler: Schloss Oranienbaum. Architektur und Kunstpolitik der Oranierinnen in der zweiten Hälfte des 17. Jahrhunderts, Halle (Saale) 2002.
– Peter Karstkarel en Hugo Kingmans: Oranje Nassau & Friesland, Leeuwarden 1994.
– Luuc Kooijmans: Liefde in opdracht. Het hofleven van Willem Frederik van Nassau. Amsterdam 2000.
– R.L.P. Mulder-Radetzky en B.H. de Vries: Geschiedenis van Oranjewoud. Alphen a.d. Rijn 1989.
– J.W.A. Naber: `Albertina Agnes’, in: Naber II (1911), p. 1-20. – Onder den Oranje boom 1999.
– J. Visser: `Het huwelijk van Willem Frederik en wat eraan voorafging’, in: De Vrije Fries, 47 (1966), p. 5 e.v.
– Idem: Gloria Parendi.