HENRIETTE Albertina prinses van Nassau-Dietz

HENRIETTE Albertina prinses van Nassau-Dietz
dochter van Hendrik Casimir II en Amalia van Anhalt-Dessau
Leeuwarden 24 juli 1686 – Oranienstein 21 januari 1754

De oudste dochter van Hendrik Casimir II en Amalia blijft ongehuwd.
Vrijwel haar gehele leven woont zij met haar vijf zusters en haar
moeder -sedert 1708 regentes over het graafschap Dietz- op
Oranienstein. Vanaf 1704 is Amalia bezig geweest met de kostbare verbouwing en uitbreiding van dit slot, dat tenslotte niet minder dan
318 vertrekken telt. De entree van het paleis, een prachtig trappenhuis
met veel stucwerk en een plafondschildering met Zeus en Hera, is
bijzonder imposant, net als de representatieve blauw-gouden
ontvangstzaal met baldakijn. Elke prinses krijgt hier de beschikking
over haar eigen antichambre, slaapkamer, kabinet en garderobe. De spilzucht van Amalia leidt er echter toe dat zij har dochters bij haar
dood in 1726 zo zwaar met schulden belast achterlaat, dat hun
dringend een beneficiaire aanvaarding van de erfenis (onder voorrecht
van boedelbeschrijving) wordt aangeraden. Daarop worden de roerende
goederen van Oranienstein geïnventariseerd en getaxeerd (1726).
De waarde van de meubels wordt geschat op 31.098 rijntaler,
schilderijen 11.229 rijntaler, porselein en lakwerk 10.748 rijntaler en
tenslotte curiosa, preciosa, rijtuigen, bibliotheek, linnen, koper en tin
alle tezamen ca. 10.000 rijntaler. Volgens deze inventaris bevinden
zich op Oranienstein onder meer naar de mode van de tijd een fraai
Oost-Indisch porseleinkabinet met lakmeubelen met intarsia van
ebbenhout, zeeschelpen, alsmede ‘ein mit chrystallen corallen und allerhandt rahren steinen gefaszter Kronleuchter’. In deze jaren
speelt ook het proces dat de landgraaf van Hessen-Kassel tegen
hun moeder Amalia heeft aangespannen. In 1731 wordt bepaald dat Henriette en haar vijf zusters de linkervleugel van Oranienstein
mogen blijven bewonen en een jaargeld krijgen. De schulden van
Amalia en de hoge rente op door haar in onderpand gegeven en
niet-aflosbare kostbaarheden nopen de zusters er evenwel in 1738
toe in Frankfurt een openbare verkoping te houden. Hun neef Willem
IV is hier de belangrijkste koper en zo kunnen de familieportretten
weldra op hun oude plaats worden teruggehangen. De bibliotheek
en andere bezittingen worden echter door derden gekocht en gaan
zo verloren voor de familie. Het historische slot, gerestaureerd
tussen 1989 en 1994 wordt tegenwoordig door het Duitse leger
gebruikt, doch is op aanvraag te bezichtigen.

LITERATUUR
– Katharina Bechler: Schloss Oranienstein, Architektur und
Kunstpolitiek der Oranierinnen in der zweite Hälfte des 17.
Jahrhunderts, Halle (Saale) 2002.
– Drossaers/Lunsingh Scheurleer