WILLEM FREDERIK vorst (1652) van Nassau-Dietz, graaf van Katzenelnbogen, Vianden en Spiegelberg

WILLEM FREDERIK vorst (1652) van Nassau-Dietz, graaf van Katzenelnbogen, Vianden en Spiegelberg zoon van * Ernst Casimir
en * Sophia Hedwig van Brunswijk-Wolfenbuttel
Arnhem 7/17 augustus 1613 – Leeuwarden 31 oktober n.s.1664
Trouwt Kleef 2 mei n.s. 1652 * Albertina Agnes

Na studies te Leiden en Groningen neemt hij op jonge leeftijd dienst in
het leger van * Frederik Hendrik. Op zijn 12de is hij reeds kapitein van
een compagnie Zwitsers in Staatse dienst. In 1631 wordt hij ritmeester
der kurassiers (= cavaleristen voorzien van helm, borst- en rugharnas).
Aan de gevechten om Hulst in 1640 neemt Willem Frederik deel en
zo is hij erbij aanwezig, als zijn oudere broer * Hendrik Casimir daar het
leven laat. Automatisch volgt Willem Frederik hem nu op als graaf van
Nassau-Dietz. Over de opvolging als stadhouder van Friesland,
Groningen en Drenthe geraakt hij echter in een onaangenaam conflict
met Frederik Hendrik. Deze stelt alles in het werk daar benoemd te
worden en zendt zelfs een soort comité van aanbeveling naar de
noordelijke gewesten. Oranje krijgt gedeeltelijk zijn zin: Groningen en
Drenthe kiezen voor hem. Willem Frederik wordt echter stadhouder van Friesland, maar moet in 1641 onder druk van Frederik Hendrik de
survivance voor diens zoon * Willem II erkennen. Deze rivaliteit
vertroebelt enige tijd de verhouding tussen de twee Nassaus. De
oorlogsdreiging in de Republiek is inmiddels afgenomen en belangrijke
wapenfeiten zijn er tot de in 1648 gesloten vrede van Munster niet.
De Staten van Holland die de zwaarste defensielasten dragen, willen
daarom bezuinigen door troepen af te danken. Noch Willem II noch
Willem Frederik die in de loop der jaren allengs het vertrouwen van
de jonge prins van Oranje heeft verworven, is het hiermee eens.
Zij menen dat het oorlogsgevaar nog steeds reëel is. `Ik bid u steeds
aan Amsterdam te denken want dit is nodig,’ schrijft de Friese
stadhouder aan Willem. `Ik hoop… dat Uwe Hoogheid die verraders
en verkopers, die vijanden van de staat, zult beschamen, welke slechts
hun eigen voordeel en grootheid zoeken, ten koste van het algemeen
welzijn.’ In het hoogst persoonlijke dagboek dat Willem Frederik
jarenlang over al zijn wederwaardigheden bijhoudt, noteert hij gegevens
over de geheime voorbereidingen, eind 1649 en 1650 met Oranje voor
de aanslag op Amsterdam (zie * Willem II). De troepen van Willem
Frederik verdwalen echter door de mist op de heide bij Hilversum en verschijnen te laat voor de poort van Amsterdam. Na het overlijden van
Oranje wordt Willem Frederik alsnog door Groningen en Drenthe als
diens opvolger gekozen. De overige gewesten stellen geen nieuwe
stadhouder aan (Eerste Stadhouderloos Tijdperk 1650-1672). Na 1650
neemt het aanzien van Willem Frederik toe. In 1652 trouwt hij eindelijk
met zijn verre nicht Albertina Agnes die hij volgens zijn dagboeken
reeds sedert 1646 het hof maakt. Aanvankelijk, in 1644, laa Willem
Frederik zijn oog vallen op Mauritia van Portugal, dochter van * Emilia
van Oranje, vervolgens, in 1645, op Albertina’s oudere zuster * Louise
Henriëtte. Met de prinsessen verkeert hij regelmatig tijdens zijn
veelvuldig verblijf te ‘s-Gravenhage. * Amalia van Solms is echter niet
geporteerd voor een verbintenis van een van haar dochters met de graaf:
zij acht hem te onbelangrijk en zoekt voor haar dochters andere,
voornamere huwelijkskandidaten. Wanneer dit echter voor wat betreft
Albertina Agnes moeilijk te realiseren valt, mede omdat de macht der
Oranjes vanaf 1650 slinkt, zwicht Amalia; bovendien is er uitzicht op
de opname door de keizer van de Friese stadhouder in de
rijksvorstenstand met het predikaat (Vorstelijke) Doorluchtigheid
(als graaf wordt hij aangesproken als Uwe Excellentie). Ten
behoeve van de huwelijksonderhandelingen maakt de stadhouder een
lijst van zijn goederen en inkomsten. Als bezittingen noemt hij onder
meer: de heerlijkheid Liesveld (geschatte waarde fl. 500.000),
diamanten voor fl. 100.000, zilver voor fl. 60.000, paarden voor
fl. 25.000. Zijn belangrijkste inkomsten betrekt hij uit de
stadhouderschappen van Friesland (fl. 32.364), Stad en Lande
(fl. 16.300) en Drenthe (fl. 2250). Dietz en Beilstein brengen
fl. 28.000 op. Het huwelijk in 1652 wordt te Kleef bij zijn neef *
Maurits van Nassau-Siegen met vorstelijke pracht gesloten.
Er wordt zes dagen feest gevierd met toernooien, ringsteken en
andere ridderlijke spelen. Op de trouwdag draagt de bruid `een
kostelijcke kroon vol diamanten en andere versieringen’. In het
huwelijksjaar wordt Willem Frederik inderdaad door keizer Ferdinand III
(1608-1657) verheven tot rijksvorst. Ook in 1652 koopt hij te
‘s-Gravenhage voor fl. 5500 en een schuldbrief van fl. 16.500
een huis aan de Lange Vijverberg dat hij samenvoegt met het
ernaast gelegen, door hem in 1646 verworven pand. Onder de
naam Hof van Friesland wordt dit de Haagse residentie van
de Friese Nassaustadhouders (afgebroken in 1755, thans de
nummers 14 en 16). Na de dood van veldmaarschalk Johan Wolfert
van Brederode (1599-1655, gehuwd met de zuster van Amalia van
Solms) dingt de vorst naar diens ambt; door Gelderland, Friesland
en Groningen wordt hij hiertoe benoemd (1655-1660). Vanwege zijn
militaire kwaliteiten en zijn moed wordt Willem Frederik in 1664
door de Staten-Generaal bevelhebber gemaakt van een klein
expeditieleger dat moet optreden tegen de bisschop van Munster
Bernhard van Galen. De vorst slaagt erin de bisschoppelijke troepen
te verjagen. Korte tijd later laadt hij zijn pistolen en controleert of deze
functioneren, waarbij een kogel hem in het gezicht treft. Nog acht
dagen leeft hij, communicerend via briefjes.

LITERATUUR
– H.J.J.M. van Diepen: `Het Hof van Friesland’, in: Die Haghe (1942),
p. 52-81.
– S. Groenveld: “Een enkel valsch ende lasterlijck verdichtsel.”
“Een derde actie van prins Willem II in juli 1650′, in:
S. Groenveld (red.): Bestuurders en geleerden
(Amsterdam 1985), p. 113-125.
– P. Karstkarel en H. Kingmans: Oranje Nassau en Friesland.
Leeuwarden 1994.
– Luuc Kooijmans: Liefde in opdracht.
Het hofleven van Willem Frederik van Nassau. Amsterdam 2000.
– Idem: ‘Hoe Willem Frederik stadhouder van Friesland werd’, in:
Fryslân, staat en macht 1450-1650,
Hilversum/Leeuwarden 1999, p. 205-217.
– H. Spanninga, ‘”Ick laet niet met mij gecken”.
Over beeld en zelfbeeld, macht en invloed van de Friese stadhouder
Willem Frederik van Nassau (1613-1664)’, in: VONM (1997), p. 55-96.
– J. Visser: `Het huwelijk van Willem Frederik en wat er aan voorafging’,
in: De vrije Fries, 47 (1966), p. 5 e.v.
– Idem (red.): Gloria parendi. Dagboeken van Willem Frederik,
stadhouder van Friesland, Groningen en Drenthe,
Den Haag 1995.